Dag 47 t/m 53 van Marina di Camerota naar Maiori en het verblijf daar

30 mei 2017 - Maiori, Italië

Gisteren hadden we het idee dat we bijna alles al ingepakt hadden, zodat we de ochtend van vertrek zo hop even een toilettas konden vullen, in de auto konden gooien en vertrekken. Omdat we denken zeeën van tijd te hebben deze ochtend vertrekken we uiteindelijk toch nog om half twaalf. Dat geeft niet. Voor vertrek nog even betaald bij de eigenaresse voor het verblijf. Het is een dame die snoeihard praat (je hoort haar altijd al van verre aankomen omdat ze ook altijd praat, als het niet tegen passanten is dan is het wel door de telefoon) en altijd zo donderend Ciao Anna, Bella!!! roept dat Anna van schrik onder mijn niet bestaande rok wil kruipen. Als ik het receptiekantoor inloop om te betalen is ze druk aan het bellen en wenkt ze me ondertussen om te gaan zitten. Als ze ophangt zucht en kreunt ze en roept Tamara! My Life!! Ooohhhhh!!! Ze vraagt vervolgens bij het afrekenen of ik ruim 500 euro contant kan betalen. Als ik met mijn pinpas zwaai begint een uitermate vermakelijk toneelstuk waarin ze vertelt dat haar pinautomaat nieuw is, ze niet weet of die wel werkt, echt niet, eigenlijk geen idee heeft hoe ze hem aan de praat moet krijgen, want het is echt helemaal nieuw, ze daarbij weer een paar keer Tamara My Life! tussendoor kreunt, en ze, als ik geen kik geef en vriendelijk glimlachend blijf wachten, omstandig de klantenservice van het pinapparaat gaat bellen, druk Italiaans pratend wat knoppen indrukt, en hoppa na 5 minuten er toch een bonnetje uit komt rollen. Als de betaling gelukt is zeg ik haar fijntjes dat het mooi is dat ze het nu dan een keer gedaan heeft, dan weet ze maar hoe het werkt . (NB we vermoedden dat ze in Italië veel toeristenbelasting moeten betalen, of er iets anders ingewikkelds bureaucratisch aan de hand is, want bij een vorige locatie werd ons gevraagd bij de online betaling ‘olive oil’ als omschrijving te noteren voor de overnachtingen).  Na een luidruchtig afscheid draaien we weer ingeladen de weg op op weg naar Maiori, aan de Amalfikust.

Het grootste deel van de route loopt voorspoedig. Het laatste deel gaat langs de kust, de Amalfikust in dit geval. We hebben horrorverhalen gehoord over deze smalle bergroute, die jaarlijks miljoenen mensen trekt door zijn panoramische uitzichten, maar door menigeen onbegaanbaar met eigen auto wordt genoemd. ‘Prachtig, maar neem de bus’ hoorden we telkens. Dit is voor ons uiteraard geen optie met onze bagage en daarnaast, we hebben al heel wat kilometers afgelegd, dus zo erg is het vast niet.  Nu we hier zo rijden zeggen we dus stoer tegen elkaar dat het best meevalt, maar ook hier rijden de Italianen lekker pittig wat maakt dat je vaker dan eens in een bocht een tegenligger op jouw weghelft treft, wat het toch enigszins spannend maakt. De bus is hier heer en meester en kondigt zijn komst middels getoeter aan, maar alleen als aardigheidje, want remmen doet hij niet.  Je moet dus tijdig op de rem trappen als je een toeter om de hoek van de berg hoort. Maar al met al wegen wat ons betreft de voordelen van onze eigen auto op tegen een warme bus. ‘Uitdagend’ vinden we daarom een betere term voor de route  dan ‘afrader’. We hebben een appartement (Montammare Casa di Charme) geboekt nabij Maiori, dit plaatsje ligt ongeveer op de helft van de gehele Amalfikust, als je rekent vanaf Salerno tot Positano.

De kustroute is mooi, de bergen lopen hier steil de zee in, waardoor de dorpen aan de kust als ansichtkaarten tegen de berg of in een inham liggen, en je vanaf de autoroute heel mooie uitzichten hebt, links de zee, rechts de groene bergen met huizen en duizenden citroenbomen op rotsige terrassen. Het appartement waar we gaan verblijven ligt wat hoger op de berg bij het kustplaatsje Maiori. Als we deze plaats bereiken en de navigatie ons weg leidt van de kustweg, vinden we dat het best meeviel met de route. Vanaf hier kan het alleen maar beter worden. Maar dan zegt de navigatie dat we een smalle weg met een hoek van 70 graden moeten inslaan. Het zweet breekt ons uit; ‘hier doorheen? Met behoud van onze zijspiegels? In deze hoek? Dat wordt 26 keer heen en weer steken en minimaal verlies van 1 zijspiegel. Terwijl ik uitstap om de situatie te beoordelen zie ik dat er een dame uit een raam van een van de huizen hangt en veel onverstaanbaars in het Italiaans roept, maar ik kan niet echt beoordelen of ze ons aan het aan- of ontmoedigen is. Dan stopt er een man op scooter bij ons, die in het Engels aangeeft dat we deze weg niet in kunnen, maar er iets verderop een grote weg is die naar hetzelfde toe leidt. Opgelucht lachend doen we een beetje alsof we totaal niet in paniek waren en dat heus wel wisten, en dan wijst hij naar de weg waar we wel in kunnen en zegt hij ‘volgens mij staat de meneer van jullie verblijf daar al te wachten’. Dit is zo. Als we ernaar toe rijden zien we een klassiek prachtig mooie charmante Italiaan staan met een helm in zijn hand naast een motor. Tamara? vraagt hij en stelt zich voor als Guiseppe. ‘Follow me’. En hij springt op zijn motor en rijdt voor ons uit over de grotere weg. We lachen en halen opgelucht adem, maar het is van korte duur, de weg wordt al snel smal en steil en nog smaller en nog steiler. Guiseppe kijkt af en toe achterom en maakt alleen maar een ‘kom maar’ gebaar dus het zal wel goed zijn. Diep respect voor Marloes, die onze auto van degelijk formaat door deze route heen loodst zonder ook maar één kras te maken. De laatste horde is het pittigst, zoals vaak, er staat namelijk een kerk rechts, een cementen bankje links (waarom?!?!) , en een auto daarnaast geparkeerd, en voor ons een hele steile weg. Dat wordt dus én manoeuvreren én gas geven. Op het oog past hier alleen een Smart doorheen. Maar het lukt Marloes toch. Als je voor autorijden ook een B en C diploma kon halen dan had ze deze nu gelijk ontvangen. Met een lintje eromheen.

Maar goed het kost dus allemaal even wat, maar dan heb je ook wat. Als we uitstappen en ons omdraaien kijken we naar een prachtig uitzicht, de ruige tuin van het appartement vol met wilde bloemen en citroenbomen, en rondom steile bergen met aan de horizon in een V vorm tussen twee bergen in, de zee. We hebben al zoveel mooie uitzichten gehad, maar dit is een van de mooiste.

Guiseppe is een ongelooflijke charmeur, die onze handen kust, met een weids armgebaar ons het uitzicht toont en citroenen van de bomen plukt waar hij ons één voor één aan laat ruiken. Guiseppe is het lopende voorbeeld van de Italiaanse man waar je moeder je voor waarschuwt. We vinden het vermakelijk en het appartement super, het is een klein mooi huis met een wasmachine (!! we kunnen ons enthousiasme over de wasmachine nauwelijks onderdrukken en reageren hier nog uitbundiger op dan op het uitzicht).

We hebben vier nachten geboekt in dit appartement en omdat we de auto voor de deur hebben staan laden we al onze spullen uit de auto zodat we ook weer eens bij de spullen kunnen die we allemaal in de ruimte van ons afwezige reservewiel hebben gepropt.

De volgende dagen brengen we veelal door aan de mooie kust uiteraard, dus we rijden bijna dagelijks de route weer naar beneden en omhoog, waarbij ik telkens uitstap om met centimeter-werk Marloes de Geweldige Coureur rijdend te regisseren. Het strand bij Maiori is leuk, het is een kiezelstrand in een baai, met daarbij een kleine boulevard, wat strandtenten en een haventje. We huren er bedjes en spelen met Anna in de zee, en lunchen in de middag uitgebreid in een van de restaurantjes. Ze hebben er veel vis en veel gerechten met citroen, zoals een heerlijke gevulde pasta met citroen roomsaus, één van de lekkerste gerechten van Italië tot nu toe wat mij betreft.

De tweede dag bezoeken we het iets verderop gelegen kustplaatsje Amalfi. Aangezien de hele kust zijn naam te danken heeft aan deze plaats, zal dit wel een bijzondere plek zijn. We lezen dat Amalfi in vroegere tijden een belangrijke havenplaats was, maar tegenwoordig niet zo groot is omdat het grotendeels, met inwoners en al, tijdens een aardbeving in de zee is verdwenen. Een lugubere voorstelling. Desalniettemin heeft de plaats nog een mooi plein met een grote, mooie kerk met mozaiek motief. De schoonheid wordt in tegenstelling tot Maiori, hier nogal vertroebeld door de honderden toeristen. Busladingen vol worden er op het kleine parkeerplein bij de boulevard geleegd en de straten zijn overladen met souvenirs shops met rieten hoedjes en tshirts met Amalfi erop. En dat nu al in mei, ik wil eigenlijk niet weten hoe het hier in het hoogseizoen zal zijn. Een van de redenen dat we naar Amalfi zijn gereden is dat we graag met de veerboot naar een andere plaats willen, zodat we de kust vanaf het water kunnen zien. We zijn niet de enigen met dit idee. Als we aankomen en het gelukt is een parkeerplaats te vinden, een hele prestatie, en we naar de steiger van het bootverkeer wandelen, zien we geen stukje steiger meer door de honderden mensen die erop staan. Onze zin verdwijnt net zo snel als ons ijsje smelt. Langs de boulevard staan tentjes met bootverhuur en we lopen er een aantal voorbij aangezien we uitgaan van absurd hoge bedragen, maar als we het bij de derde toch even navragen vinden we de prijs redelijk oke en besluiten we er een te huren. Het is een leuke houten boot met een luifel voor schaduw erop en een 8 pk motor erachter. Prima, dat hebben we vaker gedaan dus we besluiten met zijn drieën de zee te gaan trotseren en huren de boot voor vier uur. We halen snel wat boodschappen voor aan boord terwijl ondertussen de boot wordt klaargemaakt en hij ons zal oppikken vanaf de derde steiger, waar we tegelijkertijd aankomen. We zwaaien de ‘losers’ op de overvolle steiger uit als we even later op volle kracht de zee opgaan. Super leuk! Volgens de verhuurder van de boot kunnen we makkelijk vanaf hier naar Positano varen, en dan terug nog tot Maiori, om vervolgens weer terug te keren naar Amalfi, in vier uur tijd. We merken alleen al snel dat de zee onstuimig is en ons bootje klein. Deze gaat flink tekeer op de golven (die nog hoger worden door de ‘losers’ op de mega veerboot die ons even later voorbij stevenen) en hoewel we dit zelf wel leuk vinden, is het met Anna aan boord meer crisimanagement dan chillend op de punt in bikini liggend naar voorbijgangers zwaaien. We halen Positano dus niet, maar dat geeft niet, de hele kust hier is prachtig vanaf de zee. We varen naar een strandje waar we het anker uitgooien om te zwemmen en te lunchen. Als het touw op is en het anker de grond nog niet raakt en we dus wat verder willen varen, start onze motor niet meer. Ai. Omdat we niet vastliggen zien we onszelf al richting Spanje drijven met 1 fles water, 2 biertjes, een bakje yoghurt en een zak chips. Gelukkig zijn we in een galant land en komt een Italiaanse man staand op een bootje met zware motor ons behendig redden. Als hij ons aan een boei heeft geankerd lukt het hem na een tijdje de motor weer aan de praat te krijgen. We zwemmen en eten daar wat, waarna we verder varen naar Maoiri en weer terug naar Amalfi. Als we ’s avonds weer op onze berg zitten denken we dat we dronken zijn, maar het zijn de zeebenen die de hele avond nog door deinen.

De volgende ochtend worden we wakker gezongen door de plaatselijke kerk. Of door de muziektape van de plaatselijke kerk dan. Snoeihard horen we de stem van de priester (denken we) die een wees gegroet brengt (denken we) en daarna kerkliederen variërend van genre Christelijk tot Marco Borsato look a like. Het is Hemelvaart.

Een van deze avonden ook een ‘religieuze’ avond, Totti, zoals we nu weten DE voetballer van Italië, neemt afscheid en hij was een god. Of is een god, voor de Italianen. Als we eten in een pizzeria zit het voltallige personeel voor de TV, waar een drie uur durend live verslag vanuit een arena wordt vertoond, met Totti, op elke arm een kind, omringd door zijn vrouw, zijn medespelers, en een heel stadion vol met huilende mensen. Het is een vertoning die met zoveel drama wordt vertoond, dat ikzelf ook bijna volschiet met tranen, ook al zie ik Totti voor het eerst. Dan doen ze wel knap, meeslepend leven.

De ochtend daarna sla ik de voordeur dicht met de sleutel nog binnen. De tweede keer deze reis. We hebben twee koffie buiten en hebben snel wat aangetrokken ‘al la pyjama stijl’. Gelukkig is Anna ook buiten. We bellen Guiseppe, maar die geeft geen gehoor. Hij woont in Rome en we bedenken dat hij gisteren zei dat hij daarheen zou gaan. Nu had hij ook verteld dat zijn oom en tante in het huis boven ons op de berg woonden. Ik hoop heel erg dat hij ze een reservesleutel heeft toevertrouwd. Als ik een trap opklim naar het huis boven en voor de deur sta en aanbel, schiet me nog net het Italiaanse woord voor oom en tante binnen. De intercom zegt Pronto? en ik zeg iets als ‘e la zia de Guiseppe?’Het wordt begrepen want er wordt moment gemompeld en de deur gaat open. Achter de deur ligt een enorme oprijlaan, maar dan dus niet voor auto’s maar voor voetgangers, een oplooplaan dus meer, met aan beide zijden een grote tuin waar de sproeiers aan staan. In de verte staat in de deuropening van een kast van een huis de man waarvan ik hoop dat het de oom van Guiseppe is. Ik voel me ongemakkelijk in mijn pyjama outfit als ik twijfelend richting hem loop, maar gelukkig komt hij mij tegemoet en kijkt hij vriendelijk. Op de een of andere manier lukt het me in  Italiaans, beetje Engels uit te leggen wat er gebeurd is, hij heeft geen reserversleutel maar weet wel te vertellen dat Guiseppe in Amalfi is en krijgt hem wel aan de lijn op een ander nummer. Over 15 minuten, dan zal hij er zijn, en als ik iets nodig heb, mag ik weer komen. Die 15 minuten worden er 45 natuurlijk, maar dat maakt dan allemaal niet meer uit. De rest van de dagen laten we de sleutel in de deur buiten hangen als we buiten zijn .

De laatste dag voor vertrek bezoeken we Pompei. De weg ernaartoe is bijzonder omdat we de bergen over rijden en dan voor het eerst de Vesuvius zien opdoemen. Een indrukwekkend gezicht. Pompei is druk bezocht en het is even wachten in de rij, maar eenmaal binnen is de drukte veel minder want het is een immens groot terrein, dat had ik niet verwacht. Een groot dorp, met o.a. (amfi)theaters, paleizen, een sportterein, een kerk en badhuis. Of delen daarvan uiteraard, maar het is desondanks voor te stellen hoe het eruit heeft gezien en het is erg bijzonder om in zon historische omgeving rond te lopen. Het is erg warm deze dag en na twee uur is de zin er bij Anna uit, en daardoor ook bij ons, en houden we het voor gezien en gaan we ergens lunchen.

Deze dagen besluiten we ook nog twee nachten langer te blijven (langer dan dat kan niet meer, ons appartement is dan weer geboekt) omdat we het zo fijn vinden. In totaal zijn we dus 6 nachten hier gebleven. We hebben dan nog drie nachten te overbruggen voor de volgende locatie die we al eerder geboekt hadden, en het lijkt ons leuk om nog een keer Rome te bezoeken, dus we boeken een hotel in Vaticaanstad voor de komende drie nachten. 

Foto’s

5 Reacties

  1. Petra:
    7 juni 2017
    ik heb wederom erg moeten lachen b ij dit verslag. wat goed dat jullie zo overal weten uit te te komen. Even naar oom en tante voor de reserve sleutel, die er niet was . super .
  2. Petra:
    7 juni 2017
    Wat een fantastische foto's van een prachtig land. wat een belevenis. liefs voor allen
  3. Henk wiersma:
    7 juni 2017
    Geweldig de beschrijving van jullie reis. Kan zo als reisverhaal in boekvorm worden uitgegeven. Jullie maken heel wat mee en kunnen hier nog lang op terugkijken. Veel hoogtepunten gehad in Italië, maar vooral op een manier waar veel toeristen niet aan toe komen. Nog veel plezier in deze laatste weken. Ik zal jullie reisverslagen daarna gaan missen. maar eerst nog enkele te gaan. Drie kussen voor jullie. liefs.
  4. Aletta:
    9 juni 2017
    Geweldig geschreven Tamara, hilarische beschrijvingen van jullie avonturen. Ik heb ervan genoten! En ben nu al benieuwd naar het vervolg......
  5. Petra:
    21 juni 2017
    Hahaha heb het vandaag weer eens gelezen. ook zulke mooie foto's. liefs